Logo

Fenna van den Berg Coaching

Personal coach

Burnoutbehandeling / preventie

Rotterdam

Imposter syndroom:Fake It till you make it?

Wednesday, 1 October 2014

Heb jij het gevoel dat je tekortschiet in je werk ondanks lovende functioneringsgesprekken, honderden schouderklopjes en euforisch kwijlende klanten?

Kun je wel huilen omdat het slechts een kwestie van tijd is voordat men ontdekt dat je maar wat doet en dat je blijkbaar wel net kan doen of je kennis van zaken hebt maar hoe lang kun je dat nog volhouden? Wanneer val je door de mand?? 

Als je hier iets in herkent heb je wrs last van het impostersyndroom. Het woord stoonis vind ik te zwaar, Het is een stress gerelateerde niet kloppende  manier van denken over jezelf.  Je voelt je een indringer tussen de echte professionals.

Mensen met het impostersyndroom denken dat hun prestaties gebaseerd waren op een soort van toevalligheden. Het lukt ze niet goed de prestaties aan zichzelf toe te eigenen. Ze blijven het gevoel hebben dat ze tekort schieten, dat ze niet goed genoeg zijn, niet goed genoeg weten, toch net niet slim genoeg zijn of dat anderen beter zijn, ze moeten zich steeds opnieuw bewijzen.

Uiteraad geeft dit nogal wat druk en gaat het vaak ten kosten van het plezier in het werk. Zonde want mensen met dit syndroom zijn vaak juist heel goed in hun werk.  Het is een psychisch fenomeen dat bij heel veel mensen voorkomt in vooral hogere functies.  

Wat kun je doen tegen het impostersyndroom? 

 1.  Bewustwording.

Als je weet dat je het hebt kun je je gedachten gaan toetsen op realiteit. Klopt het wat je denkt? Als je weet dat je het hebt kun je het uitspreken en bedenken dat dit is wat je onzeker maakt. Ik heb het impostersyndroom daarom denk ik dat ik niet goed genoeg ben. ( Met nadruk op daarom DENK ik ).

 2. Kom van je voetstuk en haal de lat omlaag.  "Er is een dunne lijn tussen narcisme en onzekerheid."

Zonder dit nou zo bewust te doen schrijven veel mensen met het impostersyndroom zich een belangrijke rol toe. Daarbij hanteren ze oneerlijke vergelijkingen. Anderen mogen namelijk wel fouten maken ( lees, mens zijn) maar mijn baan, mijn verantwoordelijkheid, mijn rol is zo belangrijk dat ik mij dat niet kan veroorloven, Als ik iets fout doe zal dat verstrekkende gevolgen hebben. (De kaasboer mag wel een foutje maken maar ik niet). Hierdoor moeten mensen met het impostersyndroom voor zichzelf de lat heel hoog leggen en streven bijna onmenselijke normen na. Maar een professional zijn gaat niet over perfectie. Het gaat om de intentie. Presidenten maken continu foute beslissingen, basketbalspelers missen vaker dan dat ze raak gooien. Jij doet meer goed dan dat je fout maar de aandacht wordt steeds op het verkeerde gelegd. 

3. Wees je bewust van je filter. 

Heb je 10 complimenten gehad en een half -voorzichtig- naar kritiek neigend -stukje mini feedback? Ik durf te wedden dat die laatste aan je blijft kleven. Dan ben je dus verkeerd aan het filteren, je gaat op zoek naar bewijzen voor dat wat je voelt (zie je wel) maar al je prestaties,  alle goede dingen die je hebt gedaan, alle keren dat het goed ging daar is geen aandacht voor, of maar heel even.  Om je filter weer in het normale te krijgen kun je iedere dag (of een paar keer per week) even zitten en opschrijven wat er goed is gegaan doe dag en belangrijk daarbij (koeienlettes) waarom het goed is gegaan, wat heb jij gedaan om het goed te laten verlopen. ( Ik heb kennis van zaken, ik wist wat ik deed, ik heb de juiste keuzes gemaakt, ik ben aardig geweest, ik heb een open houding gehad  etc. etc) 

impostor graph 

4 Haal de aandacht weg van jezelf:

* IK sta voor schut als ik iets fout doe.

* IK zal de blaam krijgen en boze gezichten, of nog erger teleurstelling.

* IK moet alle verwachtingen waarmaken. (Want anders..)

* Anderen mensen zullen wel wat van MIJ vinden.. 

Ik, ik, ik. Ik ben belangrijk en ook nog eens alleen op de wereld...

Fout, Er kunnen heel veel externe redenen zijn waarom iets niet gaat zoals je had verwacht,  Niet meewerkende collegae, slechte stukken, vermoeidheid, halve informatie, etc etc en niet alles is jouw schuld, sterker nog, als je kijkt naar de hoeveelheid  van wat je daadwerkelijk fout hebt gedaan blijft er meestal maar bitterweigig over. 

5 Besef dat je nooit jij bent.  We veranderen continu, we worden steeds weer een beetje iemand anders,  Je meningen zullen veranderen naar mate je meer informatie krijgt, . Je propt je maanden vol en vervolgens ga je maanden fanatiek naar de gym. Vorig jaar kocht je iets waar je nu niet meer naar omkijkt.  Misschien was je vanochtend boos en nu de vriendelijkheid zelve. 

“There is as much difference between us an ourselves as there is between us and others.” – Michel de Montaigne

We veranderen, we groeien, we leren, we passen aan, we zijn niet meer precies hetzelfde als jaren geleden, zelfs niet als vorig jaar, zelfs niet als ons onderbewustzijn denkt dat we nog steeds hetzelfde zijn als vroeger. 

6. Ontspan. 

Het impostersyndroom is stressgerelateerd. Dat betekent dat hoe meer druk jij op jezelf legt hoe erger het wordt. Ga niets uit de weg (omdat je het zgn niet kan) maar zorg goed voor jezelf, neem voldoende vrij, doe leuke dingen en gooi er eens een meditaie tegen aan. 

7. Laat de verantwoordelijkeheid en de controle meer los. 

Je kunt niet alle situaties beheersen en je bent ook niet in je eentje overal verantwoordelijk voor, We hebben met anderen te maken die ook hun verantwoordelijkheden hebben. We hoeven niet alles op te lossen, We hoeven niet overal wat mee, soms is het zoals het is en dat is oke. Ook in dit geval kun je beter accepteren dat je impostersyndroom hebt dan dat het niet mag van jezelf, Hoe meer je verzet pleegt hoe meer strijd er ontstaat. Accepteer dat je veel goed doet en goede prestaties levert en niet altijd 100 % aan je eigen verwachtingen kan voldoen. 

Je bent goed zo.